woonverblijf
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: woonverblijf (hulp, bestand)
Woordafbreking
- woon·ver·blijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woonverblijf | woonverblijven |
verkleinwoord | woonverblijfje | woonverblijfjes |
Zelfstandig naamwoord
het woonverblijf o
- een gebouw dat in gebruik is als woning
Gangbaarheid
- Het woord woonverblijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.