wou

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wou    (hulp, bestand)
  • IPA: /wɑu/ (1 lettergreep); /ʋʌu/
Woordafbreking
  • wou

Werkwoord

vervoeging van
willen

wou

  1. enkelvoud verleden tijd van willen
    • Ik wou. 
    • Jij wou. 
    • Hij, zij, het wou. 
     Een van de angsten die ik tijdens deze tocht wou beteugelen, was om helemaal alleen te slapen in de wildernis.[1]
Synoniemen
Opmerkingen

De vorm wou geldt als informeler en spreektaliger dan wilde.

Gangbaarheid

  • Het woord wou staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.