zaag uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zaag uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzax ˈœyt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zaag uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitzagen

zaag (…) uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzagen
    • Ik zaag uit. 
  2. gebiedende wijs van uitzagen
    • Zaag uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzagen
    • Zaag je uit? 

Gangbaarheid

  • Het woord zaag uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.