zag voorbij

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zag voorbij    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɑx vorˈbɛi/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zag voor·bij
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorbijzien

zag (…) voorbij

  1. enkelvoud verleden tijd van voorbijzien
    • Ik zag voorbij. 
    • Jij zag voorbij. 
    • Hij, zij, het zag voorbij. 

Gangbaarheid

  • Het woord zag voorbij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.