zagen uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zagen uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzaɣə(n) ˈœyt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • za·gen uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitzagen

zagen (…) uit

  1. meervoud tegenwoordige tijd van uitzagen
vervoeging van
uitzien

zagen (…) uit

  1. meervoud verleden tijd van uitzien
    • Wij zagen uit. 
    • Jullie zagen uit. 
    • Zij zagen uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord zagen uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.