zakpluizen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zakpluizen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɑkplœyzə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zak·plui·zen
Woordherkomst en -opbouw
  • zakpluis met uitgang -en, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt

Zelfstandig naamwoord

dezakpluizenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zakpluis
     Hij haalde de pil uit zijn zak, helemaal onder de blauwe zakpluizen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'zakpluizen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Martine Leavitt (vert. Aleid van Eekelen-Benders)
    “Superhero” (2005), Lemniscaat Publishers, Rotterdam, ISBN 9789056376697, p. 33
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.