zegden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zegden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zeg·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zeggen |
zegden
- meervoud verleden tijd van zeggen
- Wij zegden.
- Jullie zegden.
- Zij zegden.
- Wij zegden.
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.