zelflozers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelflozers (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛləfˌlozərs / (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
- zelf·lo·zers
Woordherkomst en -opbouw
- zelflozer met de uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de zelflozers mv
Bijvoeglijk naamwoord
zelflozers
- partitief van de vergrotende trap van zelfloos
Gangbaarheid
- Het woord zelflozers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Op jaarvergadering watersportbond : Vader uit bezorgdheid over ontwikkeling in flitsklasse van NNWB in: Leeuwarder Courant , jrg. 226 nr. 19 (23 januari 1978), Stichting Leeuwarder Courant 1947, Leeuwarden, p. 23 kol. 1
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.