zelfverzonnen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zelfverzonnen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zelf·ver·zon·nen
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen zelfverzonnen
verbogen
partitief zelfverzonnens

Bijvoeglijk naamwoord

zelfverzonnen

  1. niet door anderen bedacht en meestal ook niet algemeen aanvaard, maar verzonnen door iemand zelf
    • Kinderen (...) maken bijvoorbeeld zelfverzonnen woorden als armpijpen voor mouwen en blafkatten voor honden. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord zelfverzonnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Onze taal, deel 72, p. 75. Uitg.: Het Genootschap, 2003.
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.