zeventienjarig

Uitspraak

• Geluid:  zeventienjarig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈzevə(n)tinˌjarəx / (5 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'negentienjarig': /ˈzøvəntinˌjarəx/

Woordafbreking

• ze·ven·tien·ja·rig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende afleiding van  zeventien ht  en  jaar zn  met het achtervoegsel -ig

Bijvoeglijk naamwoord

zeventienjarig

1. 17 jaren durend

   • Gedurende dit zeventienjarig tijdperk werd er geen oorlog gevoerd. 

2. met de leeftijd van 17 jaar

   • Een slim zeventienjarig meisje deed al haar eindexamen VWO. 

   ▸ Op de sporadische brieven die voor haar kwamen, gewoonlijk van de bank in Kramfors, werd ze aangesproken met 'Juffrouw Britta Karlsson'. Ze zag er zonder meer uit alsof ze nog geen veertig was. Als ze een zoon had die in de twintig was, zou ze hem dus moeten hebben gekregen op zestien- à zeventienjarige leeftijd.^[1]

Gangbaarheid

• Het woord zeventienjarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen