zoom af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoom af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zoom af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afzomen

zoom (...) af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzomen
    • Ik zoom af. 
  2. gebiedende wijs van afzomen
    • Zoom af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzomen
    • Zoom je af? 

Gangbaarheid

  • Het woord zoom af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.