zwartgekleed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwartgekleed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwart·ge·kleed
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen zwartgekleed
verbogen zwartgeklede
partitief zwartgekleeds

Bijvoeglijk naamwoord

zwartgekleed

  1. (vrijwel) volledig zwarte kleren aan hebbend.
    • Hij is op zondag zwartgekleed. 

Gangbaarheid

  • Het woord zwartgekleed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.