zwarthandelaren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwarthandelaren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwart·han·de·la·ren

Zelfstandig naamwoord

dezwarthandelarenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zwarthandelaar
     Gebutst en verbrand was ze, gewond en onteerd, verhongerd en vernederd - een spookoord, stelselmatig geplunderd door losgeslagen soldaten, voormalige slaven en zwarthandelaren die fortuinen verdienden aan de hongerende bevolking.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord zwarthandelaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. “Fortuna's kinderen” (2021), Hollands diep, ISBN 9789048858972
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.