zwemmend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwemmend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzʋɛmənt/
Woordafbreking
  • zwem·mend

Werkwoord

vervoeging van: zwemmen
verbogen vorm: zwemmende

zwemmend

  1. onvoltooid deelwoord van zwemmen
     'Ze willen datje munten naar beneden gooit, die ze dan al zwemmend proberen op te vangen.[1]
     Zwemmend poedelen werkt heerlijk verkoelend.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord zwemmend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Victoria Holt
    “Vlucht van de zeve zwaluwen” (1992), Saga, ISBN 9788726484892
  2. Jan Klijn
    “Van regenwoud tot bergtop” (2020), KokBoekencentrum Uitgevers, ISBN 9789043535007
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.