zwijmen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwijmen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwij·men
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘in zwijm vallen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1376 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zwijmen
zwijmde
gezwijmd
zwak -d volledig

Werkwoord

zwijmen

  1. het bewustzijn geheel of gedeeltelijk verliezen
    • De benauwde hitte deed haar zwijmen. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord zwijmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
53 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.