zwijntje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwijntje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwijn·tje
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘(gestolen) fiets’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1906 [1]

Zelfstandig naamwoord

hetzwijntjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zwijn
  2. dim. tant. (gestolen) fiets

Gangbaarheid

  • Het woord zwijntje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.