zwoer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwoer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwoer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zweren |
zwoer
- enkelvoud verleden tijd van zweren
- Ik zwoer.
- Jij zwoer.
- Hij, zij, het zwoer.
- Ik zwoer.
Opmerkingen
- Alleen in de betekenis van een eed afleggen.
Gangbaarheid
- Het woord zwoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
- ↑ Victoria Holt“In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.