Jehosjoea

Nederlands

Uitspraak
  • IPA: /jəhɔˈʃua/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Je·ho·sjoea
Woordherkomst en -opbouw
  • van Hebreeuws  יְהוֹשֻׁעַ en  (Jehosjoea) "de Heer redt" [1]

Jehosjoea m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) naam van verschillende personen in de Tenach, Waaronder Jozua, zoon van Nun
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) boek in de Tenach, waarin Jozua, zoon van Nun, een hoofdrol speelt, Jozua in de Bijbel
Verwante begrippen
[2] boeken van de Tenach
 Tora   (Wet)
 Neviiem   (profeten)
 Neviiem Risjoniem  
 Neviiem Acharoniem  
 Ketoeviem   (geschriften)
 sifree emet  
 chameesj megilot   (vijf rollen)
(overige boeken)

Gangbaarheid

  • Het woord 'Jehosjoea' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands