Rechters
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Rechters (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɛxtərs / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- Rech·ters
Woordherkomst en -opbouw
- leenvertaling van Hebreeuws שׁוֹפְטִים en (Sjoftiem) "rechters", omdat het in die tijd gebruikelijk was dat bestuurders ook rechtspraak uitoefenden; als naam van een boek uit de Bijbel geschreven met een hoofdletter volgens spellingregel 16.P [1]
Rechters m
- (religie) boek in de Bijbel, over de periode dat de Joden door "rechters" werden bestuurd
Verwante begrippen
boeken in de christelijke Bijbel
- Genesis
- Exodus
- Leviticus
- Numeri
- Deuteronomium
- Jozua
- Rechters
- Ruth
- 1 Samuel
- 2 Samuel
- 1 Koningen
- 2 Koningen
- 1 Kronieken
- 2 Kronieken
- Ezra *
- Nehemia
- Ester *
- Job
- Psalmen
- Spreuken
- Prediker
- Hooglied
- Jesaja
- Jeremia
- Klaagliederen
- Ezechiël
- Daniël *
- Hosea
- Joël
- Amos
- Obadja
- Jona
- Micha
- Nahum
- Habakuk
- Sefanja
- Haggai
- Zacharia
- Maleachi
- Apocriefen
- aanvullingen op boeken
hiervoor gemarkeerd met *
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'Rechters' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands