dánsky

Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /daːnskɪ/

Bijvoeglijk naamwoord

  1. (demoniem) Deens; met betrekking tot Denen, Denemarken of het Deens

Bijwoord

dánsky

  1. (demoniem) op zijn Deens
  2. (taal) (in het) Deens; taal oorspronkelijk gesproken in Denemarken.
  1. -
  2. dánčina v
Verwante begrippen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /daːnskɪ/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord dánský met het achtervoegsel -y

Bijwoord

dánsky

  1. (demoniem) op zijn Deens
  2. (taal) (in het) Deens
  1. -
  2. dánština v
Verwante begrippen

Verwijzingen