danska

IJslands

Zelfstandig naamwoord

danska

  1. (taal) Deens
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   danska     danskan     -     -  
genitief   dönsku     dönskunnar     -     -  
datief   dönsku     dönskunni     -     -  
accusatief   dönsku     dönskuna     -     -  


Zweeds

Bijvoeglijk naamwoord

danska

  1. meervoudsvorm van dansk

Zelfstandig naamwoord

danska

  1. (taal) Deens
  2. een vrouw uit Denemarken
danskas enkelvoud meervoud
[1] onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     danska     danskan     -     -  
  genitief     danskas     danskans     -     -  
danskas enkelvoud meervoud
[2] onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     danska     danskan     danskor     danskorna  
  genitief     danskas     danskans     danskors     danskornas  


Sloveens

Bijvoeglijk naamwoord

danska v

  1. Deens
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door WikiWoordenboek. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.