uitgooien
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitgooien (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·gooi·en
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en gooien ww
Werkwoord
uitgooien [1]
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| uitgooien |
gooide uit |
uitgegooid |
| zwak -d | volledig | |
- snel en slordig uitkleden
- snel en slordig leeggieten
- iets van je af gooien
Uitdrukkingen en gezegden
- een spiering uitgooien om een kabeljauw te vangen
iets kleins opofferen om iets groots te winnen
- een visje uitgooien
iets proberen en kijken wat de reactie is
- een bliek uitgooien om een snoek te vangen
maximale winst proberen te maken met zo weinig mogelijk kosten
Gangbaarheid
- Het woord uitgooien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitgooien" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 97 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Marion Pauw e.a.“4 wandelaars en een Siciliaan” (2022), The House of Books, ISBN 9789044363340
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be