variable
Engels
Zelfstandig naamwoord
variable
| stellend | vergrotend | overtreffend |
|---|---|---|
| approachable | more approachable | most approachable |
Bijvoeglijk naamwoord
variable
Frans
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van varier met het achtervoegsel -able
Uitspraak
- Geluid: variable (Parijs) (hulp, bestand)
- IPA: /va.ʁjabl/
| enkelvoud | meervoud | ||
|---|---|---|---|
| zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
| variable | le variable | variables | les variables |
Zelfstandig naamwoord
variable v
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| mannelijk / vrouwelijk |
variable | variables |
Bijvoeglijk naamwoord
variable