órgano

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈor.ga.no/
Woordafbreking
  • ór·ga·no
enkelvoud meervoud
órgano órganos

Zelfstandig naamwoord

órgano m

  1. (anatomie) orgaan
  2. (muziekinstrument) orgel
  3. spreekbuis
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.