muziekinstrument

Nederlands

Uitspraak
  • IPA: /myˈzikɪnstryˌmɛnt/ (5 lettergrepen)
  • Geluid:  muziekinstrument    (hulp, bestand)
  • IPA: /myˈzikˌɪnstrymɛnt/
Woordafbreking
  • mu·ziek·in·stru·ment
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muziekinstrument muziekinstrumenten
verkleinwoord muziekinstrumentje muziekinstrumentjes

Zelfstandig naamwoord

hetmuziekinstrumento

  1. (muziek) instrument om muziek mee te spelen
    • Jan koos voor een gitaar toen hij een muziekinstrument mocht kiezen. 
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord muziekinstrument staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.