дома

Russisch

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  до́ма    (hulp, bestand)
  • IPA: /domə/
  • дома́
  • IPA: /dɐˈma/
Woordafbreking

до-ма

Bijwoord

до́ма

  1. thuis
    «В такую погоду нормальные люди дома сидят, телевизор смотрят.»
    Bij zulk weer zitten mensen thuis en kijken tv.

Zelfstandig naamwoord

до́ма

  1. genitief enkelvoud van дом
  2. accusatief enkelvoud van дом

дома́

  1. nominatief meervoud van дом
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.