дом

Bulgaars

Uitspraak
  • IPA: /dɔm/

Zelfstandig naamwoord

дом m

  1. huis
  2. familie


Russisch

Uitspraak
  • IPA: /ˈdom/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Protoslavische *domъ
enkelvoud meervoud
nominatief домдома́
genitief до́мадомо́в
datief до́мудома́м
accusatief до́мдома́
instrumentalis до́момдома́ми
locatief о до́ме
на дому́
дома́х

Zelfstandig naamwoord

дом m

  1. huis
    «Дом в центре города.»
    Een huis in het centrum van de stad.
    «Здесь мой родной дом
    Hier is mijn geboortehuis.
Afgeleide begrippen
Schrijfwijzen
  • Latijnse transcriptie: dom
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.