電話

Japans

Uitspraak
  • IPA: \deɴ.wa\, [dẽ̞ɰ̃ɰᵝa̠]
Woordherkomst en -opbouw
  • (elektriciteit) + (gesprek)

Zelfstandig naamwoord

電話

  1. telefoon
    «電話出る»
    de telefoon opnemen
  2. telefoontje
    «電話掛かって来る»
    een telefoontje krijgen
Schrijfwijzen

Werkwoord

電話する

  1. telefoneren, opbellen
    «私は彼に電話するつもりだ。»
    Ik bel hem morgen op.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  1. 電話帳 telefoonboek
  2. 電話線 telefoonlijn
  3. 電話番号 telefoonnummer
  4. 電話会議 telefoongesprek
Verwante begrippen
  1. 電話をかける bellen
  2. 電話を切る ophangen
  3. 電話に出る aannemen

Kantonees

Zelfstandig naamwoord

電話

  1. telefoon
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.