-der

Nederlands

Huidig
bestand
119
Uitspraak
  • IPA: /dÉ™r/
Woordafbreking
  • -der

Achtervoegsel

-der (vormt een zelfstandig naamwoord m), ook -er

  1. toegevoegd aan de stam van een werkwoord geeft het een (mannelijke) persoon aan die de handeling van het werkwoord uitvoert
    • Beheren → beheerder: iemand die beheert. 

-der (vormt een bijvoeglijk naamwoord)

  1. toegevoegd aan een bijvoeglijk naamwoord geeft het de vergelijkende vorm,
    bevat de epenthetische -d- met het achtervoegsel -er
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.