-lijks

Nederlands

Huidig
bestand
5
Uitspraak
  • Geluid:  -lijks    (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw

Achtervoegsel

-lijks [2]

  1. algemeen germaanse suffix b.v. de bijwoorden dagelijks, jaarlijks, maandelijks
Hyponiemen
  • allemenselijks, breilijks, grotelijks, kopelijks, matelijks, rauwelijks, rouwelijks, ruwelijks

Gangbaarheid

  • Het woord '-lijks' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.