Amsterdams

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Amsterdams    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • Am·ster·dams
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

Amsterdams

  1. genitief onzijdig enkelvoud van Amsterdam
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen AmsterdamsAmsterdamserAmsterdamst
verbogen AmsterdamseAmsterdamsereAmsterdamste
partitief AmsterdamsAmsterdamsers-

Bijvoeglijk naamwoord

Amsterdams

  1. (demoniem) van, uit, betreffende of als in Amsterdam
    • Toeristen kopen vaak veel Amsterdamse souvenirs. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Amsterdams

  1. partitief van de stellende trap van Amsterdams
    • Dat is iets Amsterdams... 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord Amsterdams staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

Amsterdams

  1. (taal) Amsterdams; stadsdialect (voornamelijk) gesproken in Amsterdam

Meer informatie

Noors

Woordafbreking
  • Ams·ter·dams

Eigennaam

Amsterdams

  1. genitief onzijdig enkelvoud van Amsterdam

Nynorsk

Woordafbreking
  • Ams·ter·dams

Eigennaam

Amsterdams

  1. genitief onzijdig enkelvoud van Amsterdam

Twents

Zelfstandig naamwoord

Amsterdams

  1. (taal) Amsterdams; stadsdialect (voornamelijk) gesproken in Amsterdam

Meer informatie

Urkers

Zelfstandig naamwoord

Amsterdams

  1. (taal) Amsterdams; stadsdialect (voornamelijk) gesproken in Amsterdam
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.