Azteek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Azteek (hulp, bestand)
- IPA: / ɑsˈtek / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- Az·teek
Woordherkomst en -opbouw
- via Spaans azteca van klassiek Nahuatl aztēcah "mensen uit Aztlan " (meervoud van aztēcatl) [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | Azteek | Azteken |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de Azteek m
- iemand die behoort tot het inheemse volk dat van de 14e tot de 16e eeuw een ontwikkelde beschaving in Mexico voortbracht
- ▸ Zou je inderdaad, zoals de Azteek, op één eetlepel chiazaad een hele dag voort kunnen?[2]
- ▸ De furieuze Azteek knoopte daar, schreeuwend over de linies, aan vast: 'Maar als jullie Montezuma niet vrijlaten, zullen wij jullie alsnog doden en koken in chocolade... Waarom verzwelgt de aarde jullie niet, jullie die de goden van anderen stelen?'[3]
Schrijfwijzen
- azteek (officiële spelling van 1996 tot 2006)
Gangbaarheid
- Het woord Azteek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Azteek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Freek Schravesande“Superfoods” (24 mei 2013) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Ferry Versteeg“Het bloedspoor van Cortés” (8 januari 1994) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.