BMI

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  BMI    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • BMI
Woordherkomst en -opbouw
  • afkorting van bodymassindex
enkelvoud meervoud
naamwoord BMI BMI's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deBMIm

  1. (medisch) lichaamsgewicht in kilogrammen gedeeld door het kwadraat van de lichaamslengte in meters, als maat voor eventueel overgewicht
     Chantalle Classen wacht bij het Zuyderland Ziekenhuis al maanden op een maagverkleiningsoperatie. Ze heeft een levensbedreigend hoge BMI.[1]
     Het ministerie van Volksgezondheid wil dat huisartsen drie risicogroepen voorrang geven. Een daarvan is de groep mensen met levensbedreigende obesitas (met een BMI hoger dan 40). Maar de huisartsen hebben de instructie, zo bevestigt ook de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV), dat zij alleen obese mensen ónder de 65 mogen inenten.[2]
Synoniemen

deBMIv

  1. afkorting van Belgische Maatschappij voor Internationale investeringen

hetBMIo

  1. afkorting van Broadcast Music Incorporated

Gangbaarheid

  • Het woord BMI staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “'Ik ben bang dat het al fout gaat voor mijn operatie'” (9 april 2021, 20:21), NOS
  2. Weblink bron
    Dieuwke van Ooij
    “Obese 65-plussers wachten nog op vaccin, terwijl corona juist voor hen gevaar is” (20 maart 2021, 21:20), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.