English

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  English (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪŋglɪʃ/
  • AHD: ĭng'glĭsh
  • SAMPA: /"INglIS/

Zelfstandig naamwoord

English

  1. enk (taal) Engels
    «I took two years of English
    Ik heb twee jaar Engels gedaan.
  2. mv (demoniem) Engelsen
    «The English often quarrel with the Scots.»
    De Engelsen hebben vaak ruzie met de Schotten.

Bijvoeglijk naamwoord

English

  1. (demoniem) Engels (met betrekking tot Engeland of het Engels)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.