Hindostaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Hindostaan    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˌhɪndoˈstan / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Hin·do·staan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Hindostaan Hindostanen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de Hindostaan m

  1. Surinamer of Surinaamse Nederlander van Indiase afkomst
    ▸ „De dag dat je op een feest een Hindostaan zonder sieraden tegenkomt, moet ik nog meemaken”, zegt Baldewsingh.[2]
  2. migrant van India naar het Caraïbisch gebied, of nazaat daarvan
    ▸ Nog steeds geldt echter onder de Hindostanen in de Caraïben dat het Surinaamse hindoeïsme conservatiever is dan de hindoereligie in de andere landen met een grote Hindostaanse gemeenschap.[3]
Synoniemen
Opmerkingen
  • [1] Mensen die tot de groep behoren kunnen uitdrukkelijk de voorkeur geven aan de benaming Hindostaan, om duidelijker verschil aan te geven met hindoestaan dat op een geloofsovertuiging betrekking heeft. [4]

Gangbaarheid

  • Het woord Hindostaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. ↑ Hindostaan op website: Etymologiebank.nl
  2. ↑ Weblink bron
    Brian van der Bol
    “Altijd die moslims, wie heeft het over ons?” (21 maart 2011) op nrc.nl
  3. ↑ Weblink bron
    Freek L. Bakker
    Nieuwe groei en ontwikkeling op vreemde bodem : De religies van de Hindostanen in Suriname en de andere Caraïben in: OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis., jrg 21 nr. 1 (mei 2002), Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, Nijmegen, p. 59
  4. ↑ Weblink bron
    Juliët Boogaard
    “5 juni, voor altijd de dag van aankomst in Suriname” (3 juni 2022) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.