Homen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Homen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhomən/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Ho·men
Woordherkomst en -opbouw
  • via Jiddisch  המן en  (Homen) van Hebreeuws  הָמָן en  (Haman), vermoedelijk van Oudperzisch 𐎡𐎶𐎴𐎡𐏁 (Imāniš⁠) "de grote", uit de Bijbel in het boek Ester 3:1 en verder [1]
  enkelvoud
nominatief   Homen  
genitief   Homens  

Eigennaam

Homen m

  1. (religie) nakomeling van Agag, zoon van Hammedata, hoogste functionaris bij koning Ahasveros van Perzië; wil de Joden in diens rijk ombrengen (54x: Est. 3:1 +)
Synoniemen
  • Haman (Hebreeuws-Nederlands)
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'Homen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.