Kaïn

Niet te verwarren met: kaïn, kain

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Kaïn    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkaɪn/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Ka·in
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

Kaïn

  1. (religie) oudste zoon van Adam en Eva die uit afgunst zijn broeder Abel doodsloeg
     Het begon al in Genesis 4. Zoon Kaïn werd landbouwer, zoon Abel herder. Opa God trok Abel voor, dus lokte Kaïn hem het veld in en vermoordde hem. Toen opa vroeg waar Abel toch was, zei hij: „Ik weet het niet, ben ik mijn broeders hoeder?”[2]
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord Kaïn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Coen van Zwol
    “Niemand wil zo eindigen als Kaïn” (30 oktober 2013) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.