kaïn

Niet te verwarren met: Kaïn, kain

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kaïn    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkaɪn/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ka·in
Woordherkomst en -opbouw
  • eponiem van Kaïn, geschreven met een kleine letter volgens spellingregel 16.A [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kaïn kaïns
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dekaïnm

  1. (figuurlijk) afgunstig, wrevelig, wraakzuchtig persoon
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord kaïn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
51 %van de Nederlanders;
47 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.