Mongool
| Niet te verwarren met: mongool |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Mongool (hulp, bestand)
- IPA: / mɔŋˈɣol / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- Mon·gool
Woordherkomst en -opbouw
- van klassiek Mongools ᠮᠣᠩᠭᠣᠯ (mongool)
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | Mongool | Mongolen |
| verkleinwoord | Mongooltje | Mongooltjes |
Zelfstandig naamwoord
de Mongool m
- (demoniem) één der Mongolen; inwoner van Mongolië.
Verwante begrippen
| Demoniemen bij Mongolië in het Nederlands | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
inwoner: Mongoliër, Mongool • inwoonster: Mongolische, Mongoolse • bijvoeglijk: Mongolisch, Mongools | |||||||||||
Gangbaarheid
- Het woord Mongool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.