Nederduitser
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Nederduitser (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Ne·der·duit·ser
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Nederduitser | Nederduitsers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Nederduitser
- een hoofdzakelijk in Noord-Duitsland en Oost-Nederland groep personen die Nederduits spreekt
Bijvoeglijk naamwoord
Nederduitser
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van Nederduits
Gangbaarheid
- Het woord Nederduitser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.