Oostakkeraar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Oostakkeraar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Oost·ak·ke·raar
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van Oostakker
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | Oostakkeraar | Oostakkeraren |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Oostakkeraar m
- (demoniem) een inwoner van Oostakker, of iemand afkomstig uit Oostakker
Synoniemen
Verwante begrippen
| Demoniemen bij Oostakker in het Nederlands | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
inwoner: Oostakkeraar, Oostakkenaar • inwoonster: Oostakkerse • bijvoeglijk: Oostakkers | |||||||||||
Gangbaarheid
- Het woord 'Oostakkeraar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.