Sabaan
Niet te verwarren met: Sabijnen |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Sabaan (hulp, bestand)
- IPA: / saˈban / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- Sa·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Sabaan | Sabanen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Sabaan m
- (demoniem) iemand die woonachtig is op of afkomstig van het eiland Saba
- ▸ „Have you seen the animal?” De stem van Shaun Johnson verraadt opwinding. Het is een zonnige zaterdagochtend in het plaatsje Windwardside en de 43-jarige Sabaan stuitert zowat van de adrenaline. Hij heeft net een geit geschoten, die hij in een plastic kuip achter in zijn pick-uptruck heeft gelegd.[1]
Verwante begrippen
Demoniemen bij Saba in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Sabaan • inwoonster: Sabaanse • bijvoeglijk: Sabaans |
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord Sabaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Robert Slagt“De strijd om de geit: ‘Misschien was vandaag één van de laatste keren dat we konden jagen’” (19 april 2024) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.