Saliër
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Saliër (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsalijər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- Sa·li·er
Woordherkomst en -opbouw
- met het achtervoegsel -er gevormd uit Latijn Salii en "Saliërs" ; mogelijk van Protogermaans *saljon "vriend"; vergelijk de naam van de huidige streek Salland [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Saliër | Saliërs |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de Saliër m
- (demoniem) (geschiedenis) iemand die behoorde tot een bepaald Frankisch vok dat van het einde van de 3e eeuw in de Nederlanden en Noord-Frankrijk leefde en daar een kern vormde waaruit later het Frankische rijk groeide
- ▸ Gij (Stilicho) dwingt de volken aan de Rijn rustig te zijn, zo, dat de Saliër reeds de landen bewerkt en de Sygamber het zwaard omsmeedt en kromt tot sikkel en de reiziger, als hij de oevers ziet, niet weet, welke oever Romeins is, zodat reeds de bewoners van Belgica hun vee weiden over de stroom zonder dat de Chauken zich vertoornen en de kudden uit Gallië de bergen van de Franken doorzwerven, dwars over de Elbe.[2]
Gangbaarheid
- Het woord Saliër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Saliër op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Robert NouwenHet einde van de Pax Romana en de vredesidee tijdens de laat-Romeinse tijd in: Vlaanderen., 320 jrg. 57 nr. 2 (april 2008), Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, Tielt, p. 102
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.