Zuid-Koreaanse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Zuid-Koreaanse    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌzœytkoreˈjansə/ (5 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˌzœʏ̯t koreˈjansə/, /ˌzʌʏ̯t koreˈjansə/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˌzœːt koreˈjaːnsə/
    • (Limburg): /ˌzœːt koreˈjaːnsə/, /ˌzœː koreˈjaːnsə/
Woordafbreking
  • Zuid-Ko·re·aan·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Zuid-Koreaanse Zuid-Koreaansen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deZuid-Koreaansev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Zuid-Korea, of een vrouw afkomstig uit Zuid-Korea
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Zuid-Koreaanse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Zuid-Koreaans
     Alleen het Zuid-Koreaanse gedeelte van 735 kilometer is toegankelijk.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord Zuid-Koreaanse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.