Zweedse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Zweedse    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzwetsə/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): ˈzʋet.sə
    • (Vlaanderen, Brabant): ˈzβ̞et.sə
    • (Limburg): ˈzwed.sə
Woordafbreking
  • Zweed·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Zweeds met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord Zweedse Zweedsen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deZweedsev

  1. (demoniem) een vrouw uit Zweden
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Zweedse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Zweeds
     Hierdoor werd ze in 2015 benoemd tot Zweedse avonturier van het jaar.[1]
     De Zweedse bossen konden kant-en-klare stammen van twintig meter leveren, maar voor het werk met de palen in de rivier hadden ze de dubbele lengte nodig.[2]

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord Zweedse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.