aanbeland

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanbeland    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈambəˌlant/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·be·land

Werkwoord

vervoeging van
aanbelanden

aanbeland

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbelanden
    • ... dat ik aanbeland. 
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van aanbelanden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel , op te vatten als samenstelling van  aan bw  en  beland ww 

Werkwoord

vervoeging van: aanbelanden…
verbogen vorm: aanbelande

aanbeland

  1. voltooid deelwoord van aanbelanden

Gangbaarheid

  • Het woord aanbeland staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.