aanbesteder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanbesteder    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈambəˌstedər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·be·ste·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanbesteder aanbesteders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deaanbestederm

  1. (economie) degene die werk laat doen door een aannemer voor een vooraf bepaalde vergoeding
    • De aanbesteder gunde het werk aan het bedrijf dat het beste bod deed. 

Gangbaarheid

  • Het woord aanbesteder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.