aaneensnoeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aaneensnoeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·een·snoe·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

aaneensnoeren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aaneensnoeren
snoerde aaneen
aaneengesnoerd
zwak -d volledig
  1. met een koord twee of meer zaken strak met elkaar verbinden

Gangbaarheid

  • Het woord 'aaneensnoeren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.