aanflitsen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanflitsen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanflɪtsə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·flit·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanflitsen
flitste aan
aangeflitst
zwak -t volledig

Werkwoord

aanflitsen

  1. ergatief (gezegd van licht): plotseling gaan branden
    • De zon schijnt volop en als we 30 meter onder grote donkere bomen de grindweg zijn opgereden lijkt het wel of het licht aanflitst in een open kamer omzoomd door hoge beuken en eiken.[1] 

Gangbaarheid

  • Het woord aanflitsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
64 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.