aangeduid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aangeduid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaŋɣəˌdœyt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·ge·duid
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: aanduiden…
verbogen vorm: aangeduide

aangeduid

  1. voltooid deelwoord van aanduiden
stellend
onverbogen aangeduid
verbogen aangeduide
partitief aangeduids

Bijvoeglijk naamwoord

  1. van iets of iemand dat die aangewezen is
    • - Wij moesten in de aangeduide richting verder lopen. 

Gangbaarheid

  • Het woord aangeduid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.